HERINNERINGEN
UIT 1929

De foto met hond voor de kar, een uniek sfeerplaatje van vroeger, is genomen rond 1930 aan de Kerkdijk voor het huis van Kors Kleijwegt. Met 3 middenstanders: v.l.n.r. melkboer Wim Kleijwegt, Pleun Breukel en slager Roel Booden (had sinds 1925 een slagerij in de Buurt). Op de kar de 4 jarige Bram, zoontje van Kors Kleijwegt.

1929 PJ Breukel Manufacturen

(Pleun Johannes Breukel, 1904-1972, geboren te Naaldwijk)

Oorspronkelijk bewoners van het eiland Rozenburg: dat waren de (voor)ouders van Pleun Johannes Breukel (1904-1972 geb. te Naaldwijk) van de manufacturenzaak in de Zuidzijde. Echter kon vader Leendert Breukel wat meer verdienen aan de overkant bij de Vulkaanhaven te Vlaardingen en vertrok dus met het hele gezin. Na gewoond te hebben in Maassluis en Schipluiden wilde zoon Pleun, die in Maassluis als jongen met de ”petroliekar” liep, wel eens uit de olie. Hij kon in 1929 een manufacturenwinkel huren met woonhuis aan de Blankenburgseweg 37 in de Zuidzijde van Piet Quak. Deze huurde het van Willem den Boer, welke iedere week de huur op kwam halen. Zo was een Breukeltak weer terug van weggeweest.

De jonge Pleun begon de winkel P. J. Breukel Manufacturen. In 1929 gehuwd met Helena Parre (1907-1990 geb. te Maassluis). Zij nam naast de zorg voor de kleintjes ook de verkoop in winkel waar met verschillende hulp zoals Jo van der Knaap en Lena Quak. Pleun ging de ”boer op” met de fiets, waarop de koffers met koopwaar zoals knotjes sjet, ondergoed, elastiek, zakdoeken, theedoeken en handdoeken en bretels niet te vergeten. Ook al had je een winkel, dan nog was het noodzaak de klanten aan huis te bezoeken. De uitgestrektheid van Rozenburg en de zorg voor een behoorlijke omzet maakte dit nodig.

Omdat de handel uitbreidde, werd het winkeltje al gauw te klein. Pleun wilde verbouwen en daarom graag het pand kopen. Willem den Boer wilde alleen ruilen en hierop kocht Pleun enkele huizen in Blankenburg voor Willem. En zo werd hij in 1932 de eigenaar. De winkel werd aanzienlijk vergroot. Later werd er nog meer aan-, en op gebouwd en kwam er een magazijn bij. In de oorlog werd vader Pleun opgepakt vanwege zijn sympathie voor de Joden. Al gauw werd hij weer vrijgelaten omdat hij kleine kinderen en een winkeltje had. Op de voorwaarde dat hij hier voor de Duitsers zou gaan werken. Maar daar voelde hij niets voor. Is toen ondergedoken. Hij werd verraden en gearresteerd en kwam in kamp Amersfoort terecht. Vrouw en moeder Helena kreeg een tekst uit de Bijbel die haar verzekerde dat man en vader binnen korte tijd huiswaarts zou keren. Toen na 3 weken een groep klaar stond voor transport naar Duitsland werden er tweenamen afgeroepen waaronder die van Breukel. Hij mocht naar huis. Het werd ervaren als gebedsverhoring.

Na de oorlog was hij een van de eersten van het eiland die een auto kocht. Hiermee ruilde hij de fiets in en ging hij korte tijd met de auto de pad op. Met de groei van het gezin kwam vader in de plaats van moeder achter de toonbank en moest de oudste zoon Gerrit Martinus ( 1932 geb. te Rozenburg ) de verkoop aan de deur waarnemen. Dit heeft hij vanaf zijn 15e tot aan zn 24e jaar gedaan, ( tot aan de overname van de winkel en woonhuis van zijn vader ). Minus de diensttijdjaren van Gerrit, 1952 en 1953 ( o.a. ingezet op Goeree-Overflakkee bij de watersnood ). Vader en zoon hebben veel zaken gedaan met hun mede-eilandbewoners. Door het persoonlijke en gastvrije onthaal aan huis kenden zij hun grote families met bijbehorende karakters en gewoontes. Van iedereen ook de bijnamen…. Ze waren “kind aan huis” bij vele gezinnen.